Geografie
Burundi is een land in Afrika en grenst aan Congo, Rwanda en Tanzania:
- lengte landgrenzen: met Congo 233 km, met Rwanda 290 km, met Tanzania 451 km, geen kustlijn
- laagste punt: Tanganyikameer
- hoogste punt: Heha 2670 m.
- hoofdstad is Bujumbura

Bevolking
In 2021 telde Burundi 12.550.000 inwoners. De meest verspreide godsdiensten zijn het christendom (62%), protestantisme (24%), natuurgodsdiensten (12%) en de islam (2%). De officiële talen zijn het Kirundi en het Frans

Extreme armoede
Negen op de tien Burundezen leven met minder dan twee euro per dag en bijna zes op de tien met minder dan één euro. Nagenoeg de hele bevolking is extreem arm.
Burundi behoort dan ook tot de 4 armste landen ter wereld. Het land bezit geen natuurlijke grondstoffen voor export en kan zijn bevolking amper bevoorraden met de weinige landbouwactiviteiten.
De gezondheidstoestand
De gezondheidstoestand van de Burundezen is rampzalig. Vandaag zal de gemiddelde Burundees niet ouder worden dan 41 jaar, dat is drie jaar minder dan in 1975. Vrouwen krijgen veel kinderen, maar 190 kinderen op duizend zullen nooit hun vijfde verjaardag vieren en de moedersterfte bedraagt vandaag 1 op 100, dat is 100 keer meer dan in België.

Malaria treft de helft van de bevolking. De verspreiding van HIV en aids is sinds 1990 sterk toegenomen en bedraagt nu 2,7 procent op het platteland en 9,4 procent in de steden. Vrouwen en jonge meisjes lopen door het conflict meer risico. Aids, malaria en nu ook corona vormen de belangrijkste doodsoorzaken in Burundi.
Gevolgen van de oorlog
Het conflict vernietigde de gezondheidsinfrastructuur grotendeels. Bovendien hanteert de Burundese regering sinds februari 2002 een kosten recuperatiesysteem voor de gezondheidszorg, daartoe aangespoord door het IMF en de Wereldbank.

De gemiddelde prijs voor een medische consultatie bedraagt 2,3 tot 3 euro, of ongeveer 5.000 Burundese frank. Als je weet dat een dagloon ongeveer 1.000 Burundese frank bedraagt, begrijp je dat de meeste Burundezen zich in de schulden moeten steken of vee en grond verkopen om medische zorgen te bekostigen. Voor een doorsnee burger is een medische behandeling dus onbetaalbaar. Ook van milieuproblemen blijft Burundi niet gespaard: omdat hout de enige brandstof is voor de Burundese families, worden de bossen massaal gekapt. Dat veroorzaakt dan weer droogte en erosie van de vruchtbare bodem.
Armoede bestrijden
De Burundese overheid wil de extreme armoede in Burundi halveren. Dat hangt natuurlijk af van enkele randvoorwaarden. De allerbelangrijkste eerste stap is het beëindigen van het conflict. Zolang er geen vrede en veiligheid is, blijft armoedebestrijding dweilen met de kraan open. Maar ook de demografische groei en het aids/HIV/malaria/corona-probleem moeten onder controle geraken.

Politiek beheer
Nu het vredesproces op de rails lijkt te staan, moet men werk maken van economische groei. De overheid voorziet dat economische hervormingen zullen leiden tot een groei van het Bruto Nationaal Product. De weg is lang, eigenlijk moet de socio-economische infrastructuur volledig heropgebouwd worden. Er is nood aan een eerlijke regering, zonder corruptie en met een evenwichtigere verdeling van macht en middelen. Vooral dit laatste is niet simpel in een land waar meer dan tien jaar burgeroorlog allerlei grote of kleinere rebellieën heeft voortgebracht. Die moeten ontwapend en gedemobiliseerd worden. Individuele strijders die niet worden opgenomen in het leger, moeten opnieuw een plaats vinden in het burgerleven. Een lang, moeizaam en duur proces.
Een stevig en goed gestructureerd maatschappelijk middenveld (vb. onderwijs, sociale bewegingen, kerken, milieubewegingen, NGO’s) moet daarin een belangrijke rol spelen. Dit draagt bij tot de ontwikkeling van het land.
Het Burundese maatschappelijk middenveld is jong en relatief onervaren, maar enthousiast en bekwaam. In dit verband moeten we ook in Burundi VN-resolutie 1325 niet koud laten worden. Die resolutie voorziet dat vrouwen en vrouwenorganisaties op een volwaardige manier betrokken moeten worden bij de preventie en oplossing van conflicten en bij het tot stand komen van duurzame vrede. De Burundese vrouwenbeweging is er in elk geval klaar voor.
Tot slot gaat Burundi gebukt onder een gigantische schuldenlast van 1.217 miljoen dollar of 1,7 maal het Bruto Nationaal Product. Dat is ook 650 procent van de inkomsten uit export, ver boven de 150-procentnorm van HIPC, het internationaal overeengekomen schuldverminderingsplan voor zeer arme landen met grote schulden. De strijd tegen de extreme armoede in Burundi zou al een hele stap verder staan als de schuld volledig werd kwijtgescholden.
Wonen
In het centrum van de steden woont een klein deel van de bevolking in behoorlijke woningen. Er wordt ook regelmatig bijgebouwd. Om een woning te bouwen, delft men klei in putten en maakt men met de hand bakstenen. Die worden dan gestapeld in grote hopen en dicht gekleefd met klei. De kleivormen worden gebakken. In de openingen onderaan maakt men gedurende vier dagen vuur, waarna de oven nog drie weken gesloten blijft.
In de buitenwijken is het behelpen met wat men op straat kan vinden. Platen en allerhande materiaal wordt gebruikt om een beschutting te voorzien. Een schamele kruiwagen is het enig hulpmiddel. Diep in het binnenland werkt men de woningen af met takken en stro.



Landbouw
Vruchtbare valleien zorgen voor de nodige groenten, vooral koolgewassen, erwten, bonen en maniok. Het zijn vooral de vrouwen die het land bewerken.
Bananenbomen zie je overal. Er wordt ook koffie en thee verbouwd, maar door de burgeroorlog zijn vele plantages vernield.
Het bezit van een koe of geit is vooral een statussymbool. De doorsnee Burundees eet bijna geen vlees omdat het onbetaalbaar is.
Onderwijs
Naar school gaan en studeren is de enige kans om aan de armoede te ontsnappen. Spijtig genoeg krijgt slechts een minderheid deze kans. Op het platteland zijn er nog steeds veel kinderen die niet naar school gaan.
Hier komen we heel wat primitieve situaties tegen: het bord is op de muur geschilderd en in de klassen is er weinig of geen didactisch materiaal beschikbaar.
Enkelen hebben de kans om na hun lagere school verder te studeren aan een secundaire school. Ook hier gebeurt alles op een primitieve manier. In het beste geval beschikken de leerkrachten over oude handboeken en materiaal dat al heel wat jaren op de school ligt en nooit vernieuwd werd, omwille van geldgebrek. Opmerkelijk is wel de grote studie-ijver van de leerlingen. Indien ze niet slagen in het eindexamen van de staat, is het onverbiddelijk gedaan met studeren.

Voor meer informatie over de vastenprojecten kan je ons steeds bereiken op het volgend adres:
Onderwijsdienst Scheppersscholen
Van Helmontstraat 29
2060 Antwerpen
tel: 03/217.42.45